Bloemrijk en insectenvriendelijk bermbeheer

We hebben steeds meer bloeiende bermen en grasland. Dit zorgt ervoor dat we meer insecten zoals bijen, zweefvliegen en vlinders krijgen. Insecten bestuiven planten, ruimen dood hout en plantenresten op en zijn voedsel voor andere dieren. We maaien een deel van de grasvelden en wegbermen daarom minder vaak. Dat wisselt van één tot meerdere keren per jaar. Bij bermen die een of twee keer per jaar worden gemaaid, wordt het maaisel afgevoerd.

In de bermen die we vaker dan twee keer per jaar maaien, groeien laagblijvende soorten. Bijvoorbeeld het madeliefje, de ooievaarsbek en de dovenetel. In de bermen die we een of twee keer per jaar maaien, groeien de hogere soorten. Bijvoorbeeld het fluitenkruid, de boterbloem en de orchidee. Bij iedere maaibeurt laten we ongeveer twintig procent van de vegetatie staan. Dit wordt bij een volgende maaibeurt weggemaaid. In de delen die niet gemaaid worden, kunnen planten zaden afleveren en insecten voedsel en beschutting vinden.